Blog van 22 april: Kerk in tijden van corona
In deze turbulente tijd schrijven de vijf beroepskrachten van het cluster Adventskerk-Oosterkerk dagelijks een blog. Van maandag tot en met vrijdag bloggen zij om beurten. Ter bemoediging, inspiratie, voor saamhorigheid. We plaatsen de nieuwe blog telkens bovenaan; de eerdere blogs zijn eronder te lezen.
22 april – Nelleke Eygenraam: Heimwee
Binnenkort woon ik al 16 jaar in Zwolle. De eerste tijd moest ik nog aarden. Dat gunde ik mijzelf. Ik had heimwee naar de leegheid van het Groninger landschap. Eerst als student in stad, vervolgens als predikant op het Hoogeland en in het Westerkwartier was het mij dierbaar en vertrouwd geworden. De ruimte van de hemel en de aardsheid van de akkers. De zeedijk en het achterland. De kerken en de orgels. De korte en klare directheid van de taal. De dorpen en de leegte. De weidevogels en de wind. Tegenwind meestal. Met heimwee denk ik eraan terug.
Ik ben blij dat ik elk jaar als voorganger te gast mag zijn in Warffum en Zuidhorn. In Warffum was ik al in februari, op de stormachtigste zondag van het jaar tot nu toe. Zuidhorn staat voor de meimaand op het programma, maar de kans is groot dat corona dit tegenhoudt. Toch is dat niet de grond van mijn heimwee.
Toen ik in de meimaand van 2004 in Zwolle kwam wonen en werken begon er een boeiend proces van kennismaken. Landschappelijk en medemenselijk. Al gauw kreeg ik de IJssel lief en het wandelen over de dijk. Met de mensen raakte ik ook steeds meer vertrouwd, al bleef het de eerste tijd wennen aan de taal en de klank ervan. Maar tot mijn geluk hoorde ik, wandelend over de dijk, ook hier het roepen van grutto, scholekster, tureluur en wulp. Verheugd groette ik de boerenzwaluwen, de huiszwaluwen en de gíííerzwaluwen. Visdiefjes en Vleermuizen. Koekoek en Putter. Karekiet en Waterhoen. Eendenkuikens en ganzenpullen. En nog veel meer.
Maar… waar zijn ze gebleven?
Al sinds een paar jaar hoor en zie ik hier geen grutto’s en tureluurs meer. Ooievaars zoveel te meer. Scholeksters nog wel, maar steeds minder. Tot mijn vreugde hoorde ik in het vroege voorjaar een wulp. En vorig weekend maar liefst enkele kieviten. Ik telde er vier. Hoeveel waren het er zestien jaar geleden nog? Ik krijg heimwee naar de verdwenen vogels. En dan heb ik het nog niet eens over de hazen en de reeën in de uiterwaarden. Soms zie ik er een paar.
Lopend over de dijk word ik overvallen door heimwee naar ‘toen het nog goed was’. Daar is ‘corona’ bij gekomen. Het stemt me soms weemoedig. Toch geef ik de moed niet op. Nee, het komt niet vanzelf weer goed. Ieders inzet en medewerking is nodig.
En ook: heimwee. Want wat je mist wil je graag opnieuw kunnen beleven. Toch?
Nelleke Eygenraam
Vorige blog:
Volgende blog: