Column van ds. Ale Pietersma

Berichtenarchief

In de week van 4 oktober schreef ds. Ale Pietersma een column waarin het evangeliegedeelte in de actualiteit van dit moment opnieuw ter sprake komt. Graag delen wij die met u.

Nee, we gaan niet dreigen…
Deze keer was het een hoogleraar Klinische Psychologie. Hij stond in de krant van vanmorgen. Weer een mening. Ik kom er zo op. Het is namelijk verbazend hoeveel meningen er op het ogenblik zijn, en ook met hoeveel graagte ze publiek worden gemaakt, en dan ook nog meteen worden bediscussieerd. We zijn een praatgraag volkje, en ik heb respect voor mensen die overdag naar Radio
1 luisteren, en ook nog ’s avonds tv kijken. Ook respect voor al de mensen met een mening natuurlijk, en ook voor de journalisten. Die laatsten verdienen hun brood ermee, maar ze doen het toch maar. Ik wist trouwens niet dat er zoveel experts, onderzoekers, specialisten, viro-, microbio-, epidemio-, pandemio-, infectio-, en psychologen onder ons zijn. En dan natuurlijk de hoogleraren nog, op alle mogelijke terreinen. Met allemaal meningen, allemaal goed gefundeerd. Ik verdrink bijna in deze dagelijkse woordenstroom.

De mening van de psycholoog van vanmorgen kwam hierop neer dat het tot nu toe natuurlijk helemaal verkeerd is aangepakt. En zijn punt is dat we “gewoon de angst op peil hadden moeten houden.” De mensen, wij dus, moeten met een campagne bang worden gemaakt. Iedereen moet ervan worden doordrongen hoe zwaar de gevolgen van een besmetting kunnen zijn. Met verhalen over blijvende schade, dodelijke afloop, en met foto’s van door corona aangetaste longen. Want, zegt de hoogleraar, als de angst regeert is dat een veel effectievere motivatie om je aan de regels te
houden dan alle oproepen die er tot nu toe zijn gedaan.

Mening nummer zoveel. En wat vind ik daar nu van? Ik vind het wel op mijn terrein komen. Daarom schrijf ik erover. Want wie is de mens, bij deze opiniemaker? Waarop zijn wij aanspreekbaar? Kunnen we verantwoordelijk zijn? Kunnen we antwoorden op de roeping onze kostbare levens te beschermen? Of gaat het toch maar beter met de lagere driften, de basale biologische gesteldheid, de aangeboren impuls om te vluchten als er gevaar is?

Onze regering heeft tot nu toe niet echt op de angst ingespeeld. We moeten het samen doen, ter wille van elkaar, en vooral vanwege wie zwak en kwetsbaar zijn. Ik heb dat steeds met warmte begroet. Deze premier, deze regering en haar adviseurs – ik ben er blij mee.

Toch moet ik bekennen dat ik het standpunt in de krant van vanmorgen – dat de angst een wezenlijke factor is – wel herken. Even zelfonderzoek: wanneer houd ik mij het meest aan de regels? Vooral als ik op mijn hoede ben! Als ik vermoed dat ik risico loop! Ik houd me ook wel aan de regels ter wille van het grote geheel, echt wel, maar daar moet ik bij nadenken, en ik moet me er  teeds even toe zetten. Die solidariteit is er niet vanzelf, niet van nature.

Tijd om de Bijbel eens op te slaan. Het treft dat we afgelopen zondag in de Adventskerk de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus gelezen hebben. Daar ging ik een heel andere kant mee op, maar er zit in dat verhaal iets dat me vanmorgen bij dit onderwerp treft. Tot twee keer toe vraagt de rijke man aan Abraham of hij iemand sturen wil die zijn familie kan waarschuwen. Hijzelf lijdt daar in die vlammenhitte helse pijnen. Die kunnen voor zijn familie een effectieve afschrikking zijn. “Vader Abraham, wakker bij hen de angst aan, dan zullen ze hun leven beteren.” Maar tot twee keer toe is het antwoord: ze hebben Mozes en de profeten. Ze weten! Ze kennen de geboden! En daar moeten ze het mee doen!

Nu ben ik geen klakkeloos opvolger van letterlijke bijbelteksten. (“Abraham zegt het, dus dan zeggen wij het ook.”) Zo werkt het niet. Het moet door jezelf heen gaan.
En bij deze weigering om op de angst in te spelen gaat er bij mij iets resoneren. Dat we uitgerust zijn met beschermende mechanismen, dat we van nature onze levenswil hebben, dat is allemaal meegenomen, het zijn gaven waarmee God ons heeft toegerust. Maar – en dat is wat me zo aanspreekt – laten we het wagen met de hoogste inzet: die van de vrije keuze, van het morele appel en het morele antwoord. Want dat is het niveau van ons menszijn waarop God ons aanspreekt. En waarop wij, ook al zijn we biologische wezens, onze ware menselijkheid ontplooien.

De hele bijbel, de op de bijbel gebouwde traditie, ja, alle kerkelijk leven is er uiteindelijk op gericht ons op dat niveau te brengen en te houden. Van de roeping en ons antwoord.

Nee dus, we gaan niet dreigen. Niet de angst, maar de liefde moet het doen.

Ale Pietersma
oktober 2020