Blog van 5 mei: Kerk in tijden van corona
In deze turbulente tijd schrijven de vijf beroepskrachten van het cluster Adventskerk-Oosterkerk wekelijks een blog. Ter bemoediging, inspiratie, voor saamhorigheid.
5 mei: Iemke Epema – Het sprookje van Anne Frank
Als mijn kleinzoon naast mij staat en wijst
naar de foto op het boek en vraagt:
Waarom is een kind van vijftien jaren
is dat mager meisje dood geworden,
wat moet ik dan in ’s hemelsnaam zeggen?
Dat ze ziek was, dat de mensen dood gaan
-maar toch meestal niet met vijftien jaren-,
dat het oorlog was en wat dat zijn mag,
leg ik uit wat landen zijn en grenzen,
praat ik over legers en soldaten?
Zwijg ik of vertel ik maar een sprookje?
Er was eens een land waar de mensen
voor alles wat ze zagen, net als wij
woorden hadden: appel, meisje, boek,
eten, onweer, alle soorten woorden
behalve als er ooit eens iets gebeurde
wat er nog nooit gebeurd was,
dan hadden ze er ook geen woorden voor.
Zodat toen er ten slotte iets gebeurd was
wat er nog nooit gebeurd was
niemand het niemand verder kon vertellen.
Als het er op aankomt wonen wij allemaal
in een land zonder taal,
klein en groot
in het land van de dood.
Dit gedicht is geschreven door Jan Willem Schulte Nordholt. Hij leeft niet meer. Hij is geboren in 1920 en heeft dus de oorlog mee gemaakt als jonge man. Ieder jaar op 4 en 5 mei staan wij stil bij de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding. Maar hoe kun je ooit die wrede, chaotische, angstige en vervreemdende werkelijkheid waar het woord oorlog voor staat bevatten? Moet je dat eigenlijk wel proberen?
Elk jaar gaan er stemmen op die zeggen: laten we er nu maar eens mee stoppen. De mensen die de oorlog zelf hebben meegemaakt zijn straks allemaal gestorven. Waarom steeds weer vertellen over een verschrikkelijke werkelijkheid die de mensen van nu -althans hier in ons land, gelukkig- vreemd is?
Een vraag die daar dicht tegenaan ligt is: waarom lezen wij in de kerk toch telkens weer dat verhaal over een man die tweeduizend jaar geleden ter dood is gebracht? Goed beschouwd ook een ellendig verhaal. Waarom vinden we het zo belangrijk dit verhaal verder te vertellen tot de dag van vandaag?
De leerlingen van Jezus die dit verhaal hebben opgetekend hebben gezocht naar woorden waarin de werkelijkheid die zij hebben ervaren bewaard kon blijven. Het zijn woorden van Jezus, zoals zij hem hebben verstaan, samen met woorden van henzelf, die ze ons doorgeven. Het is hún verhaal dat ons in contact brengt met die werkelijkheid van lang geleden. Maar waarom zouden wij daarmee in contact willen worden gebracht?
Daaraan ligt een geloof ten grondslag dat veel minder vanzelfsprekend is dan het misschien lijkt. Het geloof dat de werkelijkheid waarin wij leven, ook al hebben we te maken met verschillende tijden, verschillende plaatsen, verschillende omstandigheden, uiteindelijk één werkelijkheid is, die ons allemaal aangaat. Dat het lot dat de ene mens treft even goed de andere mens zou kunnen treffen, dat wij leven in één gedeelde wereld.
Het evangelie vertelt het verhaal van het geloof in de liefde van God als de grond die deze ene wereld draagt. Als die grond wordt aangetast, -en in iedere oorlog en in ieder systeem dat op overheersing is gebouwd gebeurt dat op een extreme manier-, dan verandert het leven in een wildernis. Dan verliezen woorden hun betekenis en wordt de schepping teniet gedaan. Dan komen we terecht in het land van de dood.
Het evangelie vertelt ons over die ene mens, die zozeer met God verbonden was dat hij, zelfs middenin dat land van de dood en op het moment dat hij zijn eigen dood onder ogen zag, volop geworteld bleef in de liefde. Het is het ongelooflijke verhaal van Liefde die gaat tot het uiterste en die alles draagt.
Steeds weer heeft dit verhaal mensen weten te raken en inspireren tot grote en kleine daden van liefde. Dat gebeurde in onmenselijke tijden als de Tweede Wereldoorlog, en daar zijn indrukwekkende getuigenissen van, maar dat gebeurt ook in minder extreme omstandigheden. Laten wij in onze tijd en op onze manier dit verhaal blijven vertellen, aan onszelf, aan elkaar, aan wie het maar horen wil, en proberen eruit te leven, met vallen en opstaan, steeds weer opnieuw.
Iemke Epema
Vorige blog:
Volgende blog: