Blog van 16 september: Kerk in tijden van corona
In deze turbulente tijd schreven de vijf beroepskrachten van het cluster Adventskerk-Oosterkerk dagelijks een blog. Van maandag tot en met vrijdag blogden zij om beurten. Ter bemoediging, inspiratie, voor saamhorigheid. In de zomerperiode is de frequentie echter aangepast en staan de blogs er wekelijks (op de woensdag) op.
16 september: Iemke Epema – Wie zingt wordt groter
De kerk is een van de weinige plaatsen waar samen gezongen wordt. Juist dat samen zingen is nu niet mogelijk. Een lied is een gedicht dat op muziek is gezet. Woord, melodie en ritme gaan op een bijzondere manier samen. Hoe, dat merk je vooral als je een lied zelf gaat zingen. Het gaat dan letterlijk en figuurlijk door je heen.
Zingen is twee keer bidden schijnt kerkvader Augustinus ooit gezegd te hebben in de derde eeuw na Christus. Hij zei dat in zijn eigen taal, het Latijn: Qui bene cantat bis orat. Een klein gedicht op zichzelf, het klinkt prachtig. Bene betekent goed en bis: nog eens weer. Bis, bis!
Reformatoren als Luther en Calvijn vonden de gemeentezang ontzettend belangrijk. Ze zorgden voor liederen die iedereen mee kon zingen. Voor de Reformatie werd er niet door het kerkvolk gezongen, maar door een koor. Zoals we dat nu ook noodgedwongen doen. Van veel mensen hoor ik dat ze het zelf zingen in de dienst zo missen. En dat gaat mij zelf ook zo als ik in de kerkbank zit. Ik mis het actieve lichamelijke meedoen dat zingen is.
In sommige kerken wordt nog steeds wel beperkt gezongen door de gemeente. Dat heeft te maken met de ruimte, de ventilatie en de aantallen mensen. Er zijn tabellen gemaakt waarin je kunt zien wat qua zingen verantwoord is, die ook wij voor de Oosterkerk en Adventskerk geraadpleegd hebben. We vinden het in onze kerkgebouwen voorlopig nog niet verantwoord om dit op zondag samen te doen, hoe jammer dat ook is.
Na de startdienst in de Oosterkerk hebben we buiten op de Turfmarkt in een grote kring een lied gezongen met de gitaar. Want buiten is er veel meer mogelijk. Ook wordt er in de Oosterkerk door de week inmiddels weer door koren geoefend. Met strenge regels wat betreft het aantal zangers, de zingtijd en ventileren tussendoor. Ik moet zeggen dat als ik op een avond in de Bagijnehof moet zijn en dan achter de kerkdeur mensen hoor zingen, mijn hart opleeft.
Een Oosterkerker maakte me attent op het bijzondere project Zing als vanzelf. Het is een online zangtraining op de zaterdagochtend van bariton Bert van de Wetering, gestart in Coronatijd. Heel veel mensen doen daar aan mee. Als je graag op een veilige manier wilt zingen kun je googelen op deze term en je inschrijven. Ik heb nu een keer meegedaan en werd er heel gelukkig van.
Zingen is geluk, dat is de titel van een inspirerend en grappig boekje van schrijfster en vertaalster Barber van de Poll. Wie zingt wordt groter zegt zij, Zingen vervult, zingen is fitness voor de ziel. Ja, precies zo ervaar ik zingen, als fitness voor de ziel.
Ik eindig met een tekst over zingen uit het Liedboek, te vinden op p. 577, van Frans Cromphout:
Zing zacht,
zing voor je uit.
Bezing de dingen
die goed voor jou zijn geweest.
Zing de zon en de regenwolk,
zing de namen van de bloemen,
ogentroost en ereprijs,
zing het water en de wijn
en zing het brood
zevenmaal.
Zing de namen van de mensen.
Zing moeder, vader, zus en broer,
goede buur en verre vriend.
Zing jezelf.
Zing jezelf in slaap.
En hoor de engel zingen.
Ds. Iemke Epema
Vorige blog:
Volgende blog: